The job of the autonomic nervous system is to ensure we survive in moments of danger and thrive in times of safety. Survival requires threat detection and the activation of a survival response. Thriving demands the opposite—the inhibition of a survival response so that social engagement can happen. Without the capacity for activation, inhibition, and flexibility of response, we suffer.
— Deb Dana

De Polyvagaal Theorie

Polyvagale theorie biedt inzicht in het functioneren van het autonome zenuwstelsel en biedt een kader om te begrijpen hoe het ons gevoel van veiligheid en verbinding met anderen beïnvloedt. Met deze kennis kan ik als coach het autonome zenuwstelsel opnemen in het het coachingstraject, waardoor cliënten hun zenuwstelsel proactief kunnen leren reguleren.

De manier waarop we onszelf en de wereld om ons heen zien, vinden hun oorsprong in het autonome zenuwstelsel. Informatie wordt door autonome systemen van het lichaam naar de hersenen gestuurd. Deze autonome informatie vormt onze overtuigingen en beïnvloedt ons dagelijks handelen. Onze hersenen gebruiken de autonome informatie om een verhaal te creëren dat ons helpt te begrijpen wat er in ons lichaam gebeurt. Als we deze verhalen willen veranderen, is het essentieel om te beginnen met het veranderen van de toestand van het lichaam. De polyvagaal theorie helpt ons daarbij.

Het autonome zenuwstelsel kent twee primaire impulsen die we even sterk ervaren: de biologische noodzaak om ons met anderen te verbinden en onze ingeschapen overlevingsrespponsen. Soms werken deze impulsen samen, maar soms zijn ze ook in strijd met elkaar.

Het autonome zenuwstelsel wordt gevormd door onze vroegkinderlijke relaties en ontwikkelt zich verder aan de hand van de ervaringen die we in de rest van ons leven opdoen. Het wordt dus zowel gevormd als gereguleerd door onze interactie met anderen. In een coachingssessie zijn de autonome zenuwstelsels van de coach en de cliënt voortdurend met elkaar in gesprek doordat ze wederzijdse signalen van veiligheid of gevaar zenden en ontvangen. Het vermogen van de coach om zelf gereguleerd te zijn en die regulatie over te brengen op de cliënt is van wezenlijk belang voor het proces van co-regulatie.

Buiten de sessies zal het autonome zenuwstelsel van de cliënt in wisselwerking met het autonome zenuwstelsel van anderen doorgaan met het zenden van en zoeken naar signalen die duiden op gevaar of veiligheid.

Om veiligheid en regulatie tot stand te brengen kijkt het autonome zenuwstelsel naar context, keuzemogelijkheden en verbinding. Als een van de drie componenten ontbreekt, zorgt dat voor een gevoel van onbehagen en bereidt het autonome zenuwstelsel zich voor op een beschermende rol. Tijdens de coachingsessies wordt er daarom ook uitdrukkelijk aandacht gegeven aan context, keuzemogelijkheden en verbinding.

Context:

Cliënten vragen zelden aan de coach of therapeut waarom ze iets op een bepaalde manier doen, en de coach of therapeut denkt er niet altijd aan om die informatie uit zichzelf te geven. Door het waarom, hoe en wat van de coaching uit te leggen kan de coach of therapeut de context bieden die het autonome zenuwstelsel nodig heeft om zich veilig te voelen en actief deel te nemen aan het coachingstraject.

Keuzemogelijkheden:

Als de keuzemogelijkheden beperkt zijn of de cliënt het gevoel heeft gevangen te zitten, ervaart het autonome zenuwstelsel dat als een teken van gevaar en initieert het een overlevingsrespons. Als coach vergroot ik altijd de keuzemogelijkheden door de cliënt te laten bepalen waar hij of zij wilt zitten, hoeveel afstand ik moet bewaren, welke behandelmethode er wordt toegepast en wat het tempo van de coaching is.

Verbinding:

Het vermogen van de coach om zelf gereguleerd te zijn  en die regulerende energie over te brengen op de cliënt is de sleutel tot het succes van een coachingstraject. Een verbinding aangaan met de cliënt, momenten van verbroken verbinding waarnemen en volgen, en vervolgens terug keren naar verbinding: dat is de basis van de coachingsrelatie. Door deze momenten expliciet te benoemen en te ervaren wordt de veiligheid vergroot.

Aan de polyvagaal theorie liggen drie organiserende principes ten grondslag: Co-regulatie, Neuroceptie en de Autonome Hiërarchie.

Co-regulatie is de basis van autonome regulatie. In onze ontwikkeling leren we zelfregulatie pas nadat we co-regulatie hebben ervaren, en zelfs als we geleerd hebben om onszelf te reguleren, blijven we ons hele leven lang behoefte hebben aan co-regulatie.

Stephen Porges bedacht de term ‘ neuroceptie’ om te beschrijven hoe het autonome zenuwstelsel informatie vergaart en verwerkt. Anders dan perceptie, waarbij we gebruik maken van de denkende delen van onze hersenen, is dit een vorm van ‘ontdekken zonder bewustzijn’.

De drie responses van het autonome zenuwstelsel staan in een hiërarchisch verband tot elkaar. Mensen bewegen op voorspelbare manieren heen en weer tussen de ventrale vagale, de sympatische en de dorsale vagale toestand.

Voel jij dat je vaak vastzit in een bepaald patroon, verhaal en geraak je er maar niet uit?

Wil jij ook bewust ontdekken hoe jouw autonome zenuwstelsel reageert op ervaringen en hoe het de responsen op die ervaringen reguleert?

Wil jij je autonome toestand leren reguleren om zo het verhaal over jezelf, de wereld en relaties te kunnen veranderen?

Neem dan gerust contact op om te bekijken wat een coachingstraject voor jou zou kunnen betekenen!

Ter info: De Coaching sessies voor Zenuwstelsel Regulatie, via de Polyvagaal Theorie, kunnen zowel Online als In-Person worden gegeven.

If you want to improve the world, start by making people feel safer.
— Stephen Porges